
Kettinggesprek: Mister CTO'70 en zijn vrouw zijn al jaren vrijwilliger
11 maart 2020 om 07:00 MensenDUIVENDRECHT Cees Houweling is mister CTO'70. Hij doet al jaren vrijwilligerswerk voor de club, net als zijn vrouw. Naast een functie als secretaris is hij teamleider van zondag 1. Niet onverdienstelijk, want het team draait mee in de top van de ranglijst. Peter Runhaar, voorzitter van de club vraagt hem: wat zijn je mooiste clubherinneringen?
Naomi Heidinga
Het is dinsdagochtend, daags na de receptie en het feest ter gelegenheid van het honderdjarige bestaan van de club. Van het feest zijn geen sporen meer te zien. Cees Houweling, een van de meest betrokken vrijwilligers van de club, zit klaar in de kantine met een stapeltje krantenknipsels. "Het was een geslaagd feest. Een avond vol gezelligheid, geen centje pijn. Bovendien wachtte mijn vrouw en ik nog een verrassing: we zijn door de KNVB benoemd tot Lid van Verdienste."
Wanneer ben je met voetbal begonnen?
"Op mijn twaalfde of dertiende ben ik gaan voetballen bij ODA. Na de fusie heb ik nog enkele jaren bij CTO'70 gespeeld, tot het niet meer ging vanwege aanhoudende enkelklachten. Van actieve voetballer ben ik me gaan inzetten voor de club als grensrechter en later assistent-scheidsrechter van het eerste elftal. Ik werd al snel voor de elftalcommissie gevraagd. De commissie kwam elke maandag bijeen om te kijken of de teams compleet waren. Van de elftalcommissie kwam ik terecht in het bestuur. Ik ben nu nog steeds secretaris, al gebied de eerlijkheid me te zeggen dat mijn vrouw veel van mijn bestuurswerk doet. Dat geeft mij tijd voor andere dingen. Ik mag graag iets doen met mijn handen."
Wat is dit voor team?
"Het is een team met veel jonge jongens. Zo'n negen jongens zijn vanuit de F-jes doorgegroeid naar het eerste elftal. Er zit ook een aantal oudere jongens bij, van buiten. Maar ook zij voetballen inmiddels al een aantal jaren voor de club. Het team draait op dit moment heel goed, we doen mee in de top van de vijfde klasse. Als we zo door blijven voetballen, maken we kans op het kampioenschap en daarmee op promotie. Dat zou extra mooi zijn in dit jubileumjaar."
Is het moeilijk de jeugd te motiveren voor het voetbal?
"Bij de huidige groep is dat niet moeilijk. Een aantal jaar geleden wel. De trainingsopkomst was toen laag. Dat gaat nu beter. We trainen tweemaal in de week: op dinsdag- en donderdagavond. Met het eerste en tweede team samen, gaat het om zo'n dertig man. Per training zijn er zo'n twintig spelers. Een aantal spelers heeft geregeld nachtdienst, dus dan lukt het trainen niet. Maar een groot deel studeert nog, zij hebben meer tijd. Al moeten ze ook weleens afzeggen in verband met een tentamen. Dat gaat nog altijd voor, vind ik, maar dat vindt het hele begeleidingsteam. Bij de jongere jeugd zit het qua opkomst altijd wel goed. Vanaf veertien jaar tot aan de senioren wordt het minder. Bij jongens van zeventien tot en met negentien jaar spelen ook zaken als verkering en uitgaan mee. Daarnaast zijn er zoveel andere dingen tegenwoordig. Twintig jaar terug had je naast voetbal nog twee andere sporten waar je uit kon kiezen. Nu is er veel meer keus. En dan heb ik het nog niet over computerspelletjes, zoals FIFA. Afgelopen zondag hadden we hier een FIFA-toernooi voor de jeugd van acht tot en met dertien jaar. Als je ziet hoe gehaaid die jonge jongens zijn met dat spelletje. Dat had je vroeger niet, daarom kwam men vanzelf wel naar de club om te gaan voetballen. Daardoor was het gezelliger."
Maak je je zorgen om de toekomst?
"Niet zozeer vanwege de jeugd, dat hoort nu eenmaal bij deze tijd. Ik maak me wel zorgen om de bereidheid van mensen om iets te doen voor de club. Als je ouders vraagt te helpen, hebben de meeste geen tijd. Het bestuur bestaat uit vijftig- en zestigplussers. Als die wegvallen, zie ik zo 1-2-3 geen opvolgers. Hoe dat verder moet, weet ik niet. Je moet tegenwoordig mensen heel concreet iets vragen. Op de man af. De tijd dat een oproep in een folder of de website zin had, is voorbij."
Wat zijn je mooiste clubherinneringen?
"Dat zijn verschillende momenten. Bijvoorbeeld de keer dat ons beruchte zevende elftal een training had belegd op de Dam in Amsterdam. Op 1 april. De jongens stonden er echt met hun trainer. Verstopt achter pilaren stonden supporters en mensen van de club, die niet zeker waren of het een grap was, of echt waar. Een ander bijzonder moment was de beslissingswedstrijd om het kampioenschap AVB, tegen FC Abcoude. De wedstrijd ging verloren, maar toch promoveerden we. Ondanks het verlies was er daarom een gigantisch feest. En voor mijn vrouw en ik was het bijzonder om een koninklijke onderscheiding in ontvangst te mogen nemen voor onze inzet voor CTO."
Kennen jullie elkaar van het voetbal?
"Ik kende haar al, we zijn allebei in Duivendrecht opgegroeid. Maar bij de club leerde ik haar echt kennen. En van het een kwam het ander."
Wie nodig je uit voor het volgende gesprek?
"Bob van der Velde, hij is de trainer/begeleider van het G voetbal. Daarnaast is hij commissielid van de KNVB voor deze doelgroep. Ik wil hem vragen: hoe zie je de toekomst van het voetbal voor mensen met een beperking?"